Via de schilderkunst evolueerde de beeldtaal van David Bruneel in hoofdzaak naar een experimentele omgang met het medium fotografie. Hoewel zijn beelden op diverse manieren tot stand komen, hebben ze vaak gemeen dat ze eerder suggereren dan expliciet te tonen. Terugkerende elementen in zijn werk zijn het exploreren van de randgebieden van de fotografie (collage/montage), het sterk reduceren van verhalende elementen en context, de spanningsboog tussen centrum en periferie, tussen verschijnen en verdwijnen én tussen gelaagd en vlak. Wisselende presentatievormen worden gekozen in functie van het specifieke beeld.